
In de hoofdrol: Mirjam Bleeker
Ze groeide op in de polder, maar eindigde met haar camera aan de andere kant van de wereld. Van Staphorst tot Zuid-Amerika. Fotograaf Mirjam Bleeker jaagt verhalen na. Niet met techniek, maar met gevoel, licht en een gezonde dosis lef. Haar foto’s hangen binnenkort gewoon bij ons in Waalwijk. En haar verhaal? Dat lees je hier.
Wie ben jij en welk verhaal ben jij het liefst kwijt over jezelf?
Ik ben Mirjam Bleeker. Fotograaf.
Wat misschien wel leuk is om te vertellen is dat ik ben opgegroeid in Flevoland. In de polder waar mijn ouders als pioniers zijn gestart. Ik kom echt uit een middenstandsgezin. Dus mijn vader had een winkel en ondertussen hebben mijn broers en zussen ook winkels. Dit terwijl ik als kind zelf een hele sterke droom had. Ik dacht, er moet meer zijn. En ik had altijd het gevoel dat ik iets meer van de wereld wilde zien. Dat sterke gevoel was altijd al heel erg aanwezig.
En dit was ook het moment dat ik erachter kwam dat ik iets in de creatieve sector wilde doen. Dit is in eerste instantie aangewakkerd omdat ik op de schilderschool in Zwolle ben gestart. Daar heb ik een opleiding gedaan voor etaleren/decoreren. Dit was een lichte aanleiding naar het creatieve. Vervolgens heb ik die opleiding afgerond en ben ik gelijk gaan werken. Ik had een baan van negen tot vijf. Ik dacht: ‘als dit mijn leven gaat worden?’ Ik zag het niet zitten. Ik vond het niks. Ik wilde gewoon veel vrijheid. Vrijheid was toch wel mijn allergrootste goed.
Een vriendinnetje van mij zag een advertentie van de club Mediterrane. Daar werden decors gemaakt. Ik heb me daar gewoon voor aangemeld. Het was in mijn begin 20e jaren dat ik decors maakte voor theater shows. Dat vond ik fantastisch. Ik heb in Sardinië gezeten en ergens in een wintersportgebied. Daar heb ik voor het eerst echt kunnen doen wat ik wilde. En tegelijkertijd connectie gemaakt met verschillende mensen van over de hele wereld. Een regisseuse uit Canada. Er was een Belgische modeontwerpster. En ik vond het samen maken en creëren echt fantastisch. En toen was ik 25 en dacht ik: nu moet ik toch wel iets echt serieus gaan kiezen.
Toen ben ik out of the blue fotografie gaan doen. En ben ik aan de fotovakschool begonnen. Dat was online. En in die tijd was het ook best wel uniek als vrouw om fotograaf te worden. Het was echt een mannen vak. Als ik op de academie kwam zag ik die mannen ook enorm in de weer met camera’s enzo. Daar kreeg ik het helemaal benauwd van. Want techniek was en is nog steeds niet mijn grootste goed. Ik ben erg van de emotie, van het gevoel, van het verhaal wat ik zelf graag zou willen vertellen. Ik heb die opleiding gedaan en ben ook gelijk gaan stage lopen. En op die manier kon ik eigenlijk bij verschillende fotografen kijken waar mijn liefde voor het vak lag.
In eerste instantie was dit een stage bij een studiofotograaf in Arnhem. Dat vond ik helemaal niks. Dat je alleen maar heel lang bezig bent met één klein detail. Vervolgens heb ik in Amsterdam bij een fotograaf stage gelopen die voor tijdschriften werkte. Ik kwam uiteindelijk bij iemand terecht en die maakte een soort videobeelden. Via dit kanaal ben ik terechtgekomen in het dorp Staphorst. Ik vond het hier zo ontzettend uniek. Daar zag ik melkbussen aan de weg, gekleurde boerderijen, mensen in klederdracht. Dat vond ik zo fascinerend dat ik in dit dorp ben gaan informeren of het ooit is vastgelegd. Het bleek dat er wel fotograferen waren geweest, maar Staphorst kwam altijd best negatief in het nieuws. In verband met de sterke religie en dat mensen niet ingeënt mochten worden. Toen ben ik toch via iemand van de gemeente bij mensen thuisgekomen. En op een of andere manier is het me gelukt om daar twee jaar lang in dat dorp te fotograferen. En heb ik een connectie gemaakt met de bevolking. Dit heeft echt tijd nodig gehad. En die fotografie is uiteindelijk ook in boekvorm verschenen. Dus Staphorst is eigenlijk het begin geweest. Ik heb de hele wereld over gereisd, naar al die culturen en al die landen. Maar in Staphorst is het zaadje gepland van hoe ik de hele wereld ben over gezworven.
Op een geven moment leerde ik een jongen kennen. Hij was kunstenaar en woonde in Amsterdam. Zijn interieur was gewoon kunst. We hadden een enorm goede connectie en bedachten samen dat ik zijn interieur ging fotograferen. Ik verstond zijn werk en de samenwerking ging fantastisch. Deze kunstenaar was Frank Visser. Hij bood me aan om samen op pad te gaan en samen series te gaan maken en deze te verkopen aan tijdschriften. En dat hebben we gedaan.
We gingen naar Curaçao, waar Frank een hutje ging opknappen. En als het af was, ging ik het fotograferen. Dit verkochten we aan The World of Interiors in Engeland. Dat was voor die tijd zo’n prachtig creatief tijdschrift. En dat is eigenlijk het begin van dat Frank en ik samen eens in de zoveel tijd een ticket kopen naar ergens in de wereld, waar we zin hebben om naartoe te gaan. Meestal hadden we wel iemand die we via via kenden. Het is gewoon prachtig als je eigenlijk geen plan hebt, maar gewoon open staat voor wat er gebeurt en de mensen die je ontmoet. En zo kwamen wij na drie maanden terug met 30 reportages die we eigenlijk over de hele wereld gingen verkopen. In Australië, in Nederland, maar ook where ever, in Italië. En dat is eigenlijk een beetje mijn leven geweest.
Na al de reizen die ik met Frank heb gemaakt, is er een uitgever op ons pad gekomen uit België. Die heeft ons benaderd en er zijn ondertussen drie boeken verschenen van onze reizen samen. En daar zitten veel bijzondere huizen in die we over de hele wereld hebben gefotografeerd. Huizen van vaak creatieve mensen. En daar zitten ook heel veel vrije series in. Dus we fotograferen niet alleen interieurs, maar we maken ook ter plekke sfeerreportages. Deze boeken spiegelen ons leven en ons werk door de jaren heen.
Wat is jouw meest onverwachte foto-plek geweest?
Er wordt mij wel vaker gevraagd wat ik de bijzonderste plek vindt. Ik kan dit eigenlijk niet zeggen. Ik ben op zoveel bijzondere plekken geweest en ik heb met name zoveel bijzondere mensen ontmoet. Dat is echt een rijkdom en het mooiste wat je kan meemaken. Ik ben geboren in Dronten. En Amsterdam was voor mij in het begin veel te groot. En nu is het niet veel te klein, maar mijn wereld is nogal verbreed. Ik kan nog steeds verwonderd raken van dingen die om mij heen gebeuren, waar dan ook.
Ik heb hele mooie herinneringen aan Zuid-Amerika. Daar heb ik ook heel veel vriendschappen aan overgehouden. En daar ben ik ook heel vaak terug geweest. Zelfs een paar keer een soort sabbatical gehad. Ik ben daar ook in mijn eentje de tango gaan fotograferen. Gewoon de tijd nemen voor dingen om te doen.
Wat is de beste beslissing die je als fotograaf ooit nam?
De beste beslissing die ik ooit heb genomen is gewoon echt zelf een ticket kopen. Zelf op reis gaan. Niet in opdracht. Want vaak was het zo als je in opdracht ergens naartoe moest, dan moest er toch een advertentie in. Wij gingen op reis. We hadden met niemand wat te maken. We maakte echt wat we zelf wilden maken. Dit gaf vrijheid, maar ook dat je helemaal achter je werk stond.
En welke beslissing zou je het liefst ongedaan maken?
Oeps. Nou, dat weet ik eigenlijk niet. Ik vind dat ik echt een prachtig leven heb tot nu toe. Ik zou het zo weer doen.
Als je morgen iets totaal anders zou doen… wat dan?
Het is natuurlijk zo dat het als fotograaf steeds moeilijker wordt om je geld te verdienen. Het zijn hele andere tijden. Ik moet nu ook wel echt weer geld verdienen. En ik zou heel graag die vrijheid willen voelen dat ik dat niet hoef. Ik zou op dit moment wel heel graag iets voor de wereld willen doen met mijn werk. Omdat ik het gewoon hele spannende tijden vindt. En dat zit wel een beetje onder mijn huid. Hier zou ik graag een bijdrage aan willen leveren op een of andere manier.
Hoe zou jij je signatuur omschrijven aan iemand die jouw werk nog nooit zag?
Ik ben absoluut geen technische fotograaf. Het is ook niet waar mijn liefde ligt om dat uit te zoeken. Ik ben echt opgegroeid als analoge fotograaf. Dat betekent met dia’s werken en dat is echt heel secuur. Dus ik beheers het vak. Verder werk ik heel erg vanuit mijn hart. Super intuïtief. Ik loop ergens langs, ik zie iets. Ik maak een foto heel snel want deze heb ik al lang gemaakt met mijn ogen. En ik denk wel dat ik een gave heb met licht.
Waar ligt je kracht?
Door de jaren heen ben ik steeds minder met spullen bezig geweest. Ik heb eigenlijk maar één camera en één lens. Want voordat ik de boel verwisseld heb, is het onderwerp alweer verdwenen. Ik heb een enorm grote lens die ik behandel als baby’tje. En op een of andere manier lukt het me om in druktes mensen te fotograferen waar niemand er last van heeft. Waardoor ik een beetje onzichtbaar wordt. Ik werk heel erg vanuit een gevoel van respect. Ik weet dat ik iemand op de foto zet, maar ik doe dat omdat ik dat op dat moment een heel mooi beeld vindt.
Welk materiaal of kleur komt in jouw werk steeds terug – bewust of onbewust?
Ik ben zoals je ziet erg van het blauw. Ik ben echt een zomer mens. Ik ben ook in de zomer geboren. Ik hou van de zee. Frank Visser waar ik net over vertelde heeft een eigen kleurenlijn. En die vind ik heel goed werken bij hetgeen wat ik in mijn foto’s laat zien. Dus ik kan daardoor een versterking maken met de lijsten die ik in een van die kleuren geef.
Wat is jouw favoriete expositie – thuis of ergens anders – en waarom?
We zitten met onze studio in IJmuiden in een oud pakhuis. Dat is een beetje een New York loft gevoel. Als je de deuren open hebt hoor je de meeuwen. We zitten vijf minuten van het strand. Ik vind dit soort rauwe locaties heel erg leuk. Omdat het even zo’n andere plek is dan wat je normaal gewend bent in Nederland. Als mensen hier binnenkomen, zijn ze meestal ook erg verrast. Dit soort plekken vind je niet meer zoveel. Hier kan ik dus mijn werk laten zien.
Waarom past jouw werk zo goed bij Van Dijk? Wat resoneert volgens jou?
Wat zo leuk is bij Van Dijk: mijn vriendin komt uit Sprang-Capelle. Dus als wij bij opa en oma zijn gaan wij altijd een ijsje halen in Waalwijk. En oma wil altijd even naar Van Dijk. Dat vind ik ook ontzettend leuk want ik ken dit soort winkels niet. Zo groot, je kijkt je ogen uit. Zo prachtig al die verschillende merken. En dat in Waalwijk. Ik kom natuurlijk uit Amsterdam en daar heb je zoveel winkels, maar niet een Van Dijk. Zo’n enorme, brede, chique uitstraling. Ik vind het soms heel jammer dat ik naar binnen ga. Want dan kom ik toch ook weer met een tasje naar buiten.
Hoe voelt het om jouw foto’s tussen mode en interieurpresentatie te zien?
Ja, ik denk de beste plek. Want wat ik leuk vind is om de verhalen te vertellen. En kleding kan natuurlijk ook iets verrijken. Ik heb ook een aantal series gedaan die niet direct mode, maar wel mode gerelateerd zijn.
Wie is jouw ultieme ‘fotograaf-icoon’?
Het zijn er een aantal. Steve McCurry is een reisfotograaf met echt prachtig werk. Veel India. Veel op het gebied van reizen. Toen ik jong was vond ik Miep Jukkema als vrouwelijke fotografe prachtig werk maken. Zij is Nederlands en fotograaf in de tijd dat het ook echt een mannen vak was. Dus voor mij was ze in die tijd ook echt een voorbeeld.